Planten
Om een mooi algen vrij aquarium te krijgen en te behouden is het belangrijk dat we een goed biologisch evenwicht creëren. Hierbij kunnen planten een grote rol spelen. In een nieuw aquarium kun je het beste met sterke snel groeiende planten beginnen. Later als je een stabiel biologisch evenwicht hebt kun je deze vervangen door moeilijker te houden planten.
Er zijn twee hoofdsoorten:
Moerasplanten, deze kun je herkenen aan het feit dat ze boven water zich zelf staande houden. En echte waterplanten. Moerasplanten kunnen zowel onder als bovenwater leven! Ze halen voor een groot deel hun voedsel via de wortels, maar ook via de bladeren. Waterplanten kunnen alleen onderwater leven, ze halen hun voedsel vooral via hun bladeren.
Wat doen planten?
Het grootste voordeel van planten is dat ze zuurstof maken en dat ze schadelijke stoffen uit het water halen. Zoals nitraat en fosfaat. En ze zijn de grootste concurrenten van algen. Over het algemeen kun je stellen dat als het goed gaat met je planten, algen weinig kans maken.
Wat hebben planten nodig?
Om te kunnen groeien hebben planten licht nodig. Kijk op de pagina verlichting voor meer info hierover. Verder hebben ze nodig, voeding en CO2. Planten hebben Co2 nodig voor de groei, maar het gekke is dat planten ook Co2 produceren, dag en nacht. Alleen overdag verbruiken ze meer dan dat ze produceren. Voeding bestaat uit sporenelementen zoals ijzer, mangaan, fosfor, kalium enz. Als er van een soort te weinig voorhanden is dan krijgen de planten een probleem. Ze stoppen dan met groeien, maar de fotosynthese gaat gewoon door en de niet complete bouwstoffen die ze hebben aan gemaakt worden via de bladeren geloost. En daar maken sommige algen weer handig gebruik van. Trouwens niet alle planten hebben even veel van een en dezelfde sporenelementen nodig. Het gaat vooral om de verhouding tussen deze elementen. Om de boel nog wat ingewikkeldder te maken, niet alle planten hebben deze in de zelfde verhouding nodig.
Waar halen we deze sporenelementen dan vandaan?
Als eerste kun je natuurlijk altijd plantenvoeding uit een flesje toevoegen. Geen gewone Pokon maar speciaal voor aquariumplanten bedoelde mest. Gewone plantenvoeding bevat namelijk nitraat en fosfaat, en daar hebben natuurlijk liever niet te veel van. Uiteraard zitten in het voer van je vissen ook sporenelementen. En die worden lang niet allemaal door de vissen verbruikt. Dus komen ze ook voor de planten beschikbaar. Voorwaarde is wel dat dit voedsel goed mineraliseerd. Dat betekend dat voedselresten en ontlasting van de vis zover afgebroken worden dat er niets meer overblijft. Er blijft dan geen molm (vuilophoping) meer achter op de bodem. Deze molm ontstaat overigens ook door rottende en afstervende bladeren.
Om dit te bereiken moeten we dus voeren met voedsel dat goed mineraliseerd.
De geleerden hebben ontdekt dat voedsel met lage koolstof/stikstof verhouding beter mineraliseerd. Vooral vlokvoer en korrels hebben en hoge C:N verhouding en zullen dus meer molm achterlaten. Diepvries en levend voer heeft over het algemeen een lage C:N met uitzondering van orgaan voedsel.
Groeistoornissen
Planten zijn niet de enige die gebruik maken van deze sporenelementen, ook bacteriën hebben ze nodig. Na enige tijd zullen enkele van deze elementen opraken. En wanneer een plant van een element een tekort heeft stopt de plant met groeien.
Nieuwe planten kunnen de eerste weken nog teren op de voeding die ze hebben opgeslagen tijdens de kweek, maar na enige tijd zullen deze tekorten zichtbaar worden. De groei stagneert, bladeren worden geel en er kunnen gaten in onstaan, en er onstaan algen op de bladeren.
Gele bladeren wil trouwens niet altijd zeggen dat er een tekort is aan ijzer zoals vaak wel eens gesuggereerd wordt. Het is voor ons aquarianen onmogelijk om te bepalen van welk element een tekort is. Daarom is het zinvol om vloeibare plantenvoeding toe te voegen. Gebruik altijd een complete meststof, en dosseer niet eens per week maar elke dag een zevende deel van de dosis. Je moet voorkomen dat je overdoseert, omdat hier algen dankbaar gebruik van zullen maken.
Om de juiste dosis te bepalen kun je als volgt te werk gaan. Begin met de helft van de aanbevolen dosis. Als na 2 weken de jongste bladeren van je planten nog gelig zijn kun je de dosis verhogen naar de aanbevolen dosis. En als dit na 2 weken nog zo is (bij een plantenbak met veel planten) kun je de dosis met nog eens 50% verhogen.
Tips voor aquariumplanten:
- Rode planten zijn vaak lastiger en hebben behoefte aan meer ijzer en licht.
- Bij het opstarten van een bak ik het handig om snelgroeiende planten in het aquarium te zetten. Voorbeeld hiervan zijn Waterpest, Cabomba soorten en Belgisch groen. Deze planten kunnen een teveel aan vuilstoffen door een gebrek aan bacteriële aanwezigheid verwijderen.
- Planten met dikke stengels en grote bladeren hebben in de regel minder licht en vloeibare voedingstoffen nodig. Voeding in de bodem is voor de planten wel belangrijk.
- Planten met dunne stengels, dunne naaldachtige bladeren en grasachtigen hebben in de regel meer licht en vloeibare voedingsstoffen nodig.
- Bodembedekkers hebben in de regel veel meer licht nodig. Al helemaal omdat de afstand tot de lampen groter is. Zij staan tenslotte op de bodem.
- Haal loodjes, potjes, schuim etc. van de planten af en haal dode bladeren en zwarte onderkanten eraf.
- Plant de planten voldoende ver uit elkaar zodat het licht en water erbij kan. Dus niet allemaal stengeltjes tegen elkaar in het grind duwen.
- Plant aquariumplanten in groepjes voor een mooi effect.
- Snoei wanneer nodig. Haal stengelplanten er helemaal uit, met wortel dus, en knip ze schuin af net boven een vertakking naar bladeren. Zorg ervoor dat je geen bladeren in het grind duwt.
- Dode planten en bladeren verwijderen.
Er zijn twee hoofdsoorten:
Moerasplanten, deze kun je herkenen aan het feit dat ze boven water zich zelf staande houden. En echte waterplanten. Moerasplanten kunnen zowel onder als bovenwater leven! Ze halen voor een groot deel hun voedsel via de wortels, maar ook via de bladeren. Waterplanten kunnen alleen onderwater leven, ze halen hun voedsel vooral via hun bladeren.
Wat doen planten?
Het grootste voordeel van planten is dat ze zuurstof maken en dat ze schadelijke stoffen uit het water halen. Zoals nitraat en fosfaat. En ze zijn de grootste concurrenten van algen. Over het algemeen kun je stellen dat als het goed gaat met je planten, algen weinig kans maken.
Wat hebben planten nodig?
Om te kunnen groeien hebben planten licht nodig. Kijk op de pagina verlichting voor meer info hierover. Verder hebben ze nodig, voeding en CO2. Planten hebben Co2 nodig voor de groei, maar het gekke is dat planten ook Co2 produceren, dag en nacht. Alleen overdag verbruiken ze meer dan dat ze produceren. Voeding bestaat uit sporenelementen zoals ijzer, mangaan, fosfor, kalium enz. Als er van een soort te weinig voorhanden is dan krijgen de planten een probleem. Ze stoppen dan met groeien, maar de fotosynthese gaat gewoon door en de niet complete bouwstoffen die ze hebben aan gemaakt worden via de bladeren geloost. En daar maken sommige algen weer handig gebruik van. Trouwens niet alle planten hebben even veel van een en dezelfde sporenelementen nodig. Het gaat vooral om de verhouding tussen deze elementen. Om de boel nog wat ingewikkeldder te maken, niet alle planten hebben deze in de zelfde verhouding nodig.
Waar halen we deze sporenelementen dan vandaan?
Als eerste kun je natuurlijk altijd plantenvoeding uit een flesje toevoegen. Geen gewone Pokon maar speciaal voor aquariumplanten bedoelde mest. Gewone plantenvoeding bevat namelijk nitraat en fosfaat, en daar hebben natuurlijk liever niet te veel van. Uiteraard zitten in het voer van je vissen ook sporenelementen. En die worden lang niet allemaal door de vissen verbruikt. Dus komen ze ook voor de planten beschikbaar. Voorwaarde is wel dat dit voedsel goed mineraliseerd. Dat betekend dat voedselresten en ontlasting van de vis zover afgebroken worden dat er niets meer overblijft. Er blijft dan geen molm (vuilophoping) meer achter op de bodem. Deze molm ontstaat overigens ook door rottende en afstervende bladeren.
Om dit te bereiken moeten we dus voeren met voedsel dat goed mineraliseerd.
De geleerden hebben ontdekt dat voedsel met lage koolstof/stikstof verhouding beter mineraliseerd. Vooral vlokvoer en korrels hebben en hoge C:N verhouding en zullen dus meer molm achterlaten. Diepvries en levend voer heeft over het algemeen een lage C:N met uitzondering van orgaan voedsel.
Groeistoornissen
Planten zijn niet de enige die gebruik maken van deze sporenelementen, ook bacteriën hebben ze nodig. Na enige tijd zullen enkele van deze elementen opraken. En wanneer een plant van een element een tekort heeft stopt de plant met groeien.
Nieuwe planten kunnen de eerste weken nog teren op de voeding die ze hebben opgeslagen tijdens de kweek, maar na enige tijd zullen deze tekorten zichtbaar worden. De groei stagneert, bladeren worden geel en er kunnen gaten in onstaan, en er onstaan algen op de bladeren.
Gele bladeren wil trouwens niet altijd zeggen dat er een tekort is aan ijzer zoals vaak wel eens gesuggereerd wordt. Het is voor ons aquarianen onmogelijk om te bepalen van welk element een tekort is. Daarom is het zinvol om vloeibare plantenvoeding toe te voegen. Gebruik altijd een complete meststof, en dosseer niet eens per week maar elke dag een zevende deel van de dosis. Je moet voorkomen dat je overdoseert, omdat hier algen dankbaar gebruik van zullen maken.
Om de juiste dosis te bepalen kun je als volgt te werk gaan. Begin met de helft van de aanbevolen dosis. Als na 2 weken de jongste bladeren van je planten nog gelig zijn kun je de dosis verhogen naar de aanbevolen dosis. En als dit na 2 weken nog zo is (bij een plantenbak met veel planten) kun je de dosis met nog eens 50% verhogen.
Tips voor aquariumplanten:
- Rode planten zijn vaak lastiger en hebben behoefte aan meer ijzer en licht.
- Bij het opstarten van een bak ik het handig om snelgroeiende planten in het aquarium te zetten. Voorbeeld hiervan zijn Waterpest, Cabomba soorten en Belgisch groen. Deze planten kunnen een teveel aan vuilstoffen door een gebrek aan bacteriële aanwezigheid verwijderen.
- Planten met dikke stengels en grote bladeren hebben in de regel minder licht en vloeibare voedingstoffen nodig. Voeding in de bodem is voor de planten wel belangrijk.
- Planten met dunne stengels, dunne naaldachtige bladeren en grasachtigen hebben in de regel meer licht en vloeibare voedingsstoffen nodig.
- Bodembedekkers hebben in de regel veel meer licht nodig. Al helemaal omdat de afstand tot de lampen groter is. Zij staan tenslotte op de bodem.
- Haal loodjes, potjes, schuim etc. van de planten af en haal dode bladeren en zwarte onderkanten eraf.
- Plant de planten voldoende ver uit elkaar zodat het licht en water erbij kan. Dus niet allemaal stengeltjes tegen elkaar in het grind duwen.
- Plant aquariumplanten in groepjes voor een mooi effect.
- Snoei wanneer nodig. Haal stengelplanten er helemaal uit, met wortel dus, en knip ze schuin af net boven een vertakking naar bladeren. Zorg ervoor dat je geen bladeren in het grind duwt.
- Dode planten en bladeren verwijderen.