Algen
Probleemvorming
Waarom zijn algen een probleem? Net als alle andere waterorganismen horen algen bij een aquarium, ze zijn niet helemaal te voorkomen. Maar zo lang ze niet te talrijk voorkomen en niet storen, bestaat er geen reden tot zorgen. Een sterk groeiend algentapijt heeft echter dramatische gevolgen voor de kwaliteit van het water (afb. 1): algen zijn planten en die produceren overdag zuurstof. ’s Nachts draait de situatie om en verbruiken algen zuurstof. Wanneer het aquarium veel algen bevat, kan het zuurstofgehalte ’s nachts zo sterk dalen dat het leven van de aquariumbewoners in gevaar is (afb. 2). In dit geval is het verstandig om ’s nachts zuurstof toe te voegen. Daarnaast verbruiken algen net als alle andere waterplanten onder de invloed van licht (dus overdag) kooldioxide (CO2). Onder omstandigheden kan dit de pH van het water (zuurgraad) extreem doen toenemen (pH >9), zodat het watermilieu levensgevaarlijk wordt voor alle organismen. Zodra het water niet meer voldoende CO2 bevat, zijn algen in staat de benodigde hoeveelheid CO2 aan de carbonaathardheid (KH) te onttrekken. Het gevolg is dat deze belangrijke waterwaarde afneemt, wat er verder toe leidt, dat de pH wordt gedestabiliseerd. Het gevolg hiervan is wederom dat de pH-waarde ’s nachts sterk daalt (tot op een waarde van om en nabij 4) en overdag veel te sterk stijgt (tot op een waarde van meer dan 10), wat de meeste aquariumbewoners niet overleven. Ten slotte moet er nog aan worden gedacht dat de bacteriën, die voor de afbraak van afgestorven algen zorgen, zuurstof nodig hebben. Dit betekent dat water extra zuurstof nodig heeft wanneer algen afsterven!
Zorg dat algen geen voedsel krijgen!
Een enkele factor, die een einde maakt aan alle problemen met algen, bestaat niet. Er blijft u daarom helaas niets anders over dan alle factoren na te gaan die hirtaan de orde komen. Ga na hoe de voedselsituatie van de algen eruit ziet: nitraat (NO3) en fosfaat (PO4) werken de toename van algen in het aquarium in de hand wanneer de volgende waarden worden overschreden:
Nitraat: 5-10 mg/l
Fosfaat: 0,1 mg/l
Verhouding nitraat/fosfaat
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de verhouding fosfaat/nitraat de groei van algen sterk beïnvloedt. Voor zoetwaterplanten ligt de ideale verhouding bij 1:32 (1 deel fosfaat op 32 delen nitraat). Buiten dit bereik, dat in het geheel genomen tussen 1:15 en maximaal 1:30 ligt, neemt het voorkomen van algen duidelijk toe, vooral voor wat betreft groen- en blauwwieren (cyanobacteriën). Hieruit kan men concluderen dat de verspreiding van algen zal afnemen, zodra één van de overdadig aanwezige stoffen (bv. fosfaat) selectief wordt verminderd.
Verbeter de waterkwaliteit!
Er zijn enkele secundaire waterwaarden en maatregelen, die in ieder geval de moeite van het controleren, waard zijn: Regelmatig een deel van het aquariumwater verversen: Om de twee weken 20% van het water verversen, maar alleen, wanneer het leidingwater geen meetbare hoeveelheden fosfaat en nitraat bevat. Door sterk groeiende algen kan de carbonaathardheid (die de pH waarde stabiel houdt) van het water tot nul dalen. Indien de carbonaathardheid (KH) minder dan 4° dKH bedraagt, is het raadzaam deze tussen 4 en 8 op te voeren. Wanneer de totale hardheid (GH) van het aquariumwater ver boven die van het kraanwater ligt, betekent dat dat het water alleen regelmatig moet worden bijgevuld (verdamping) in plaats van ververst.
Concurrentie bezwaart het leven
Het is belangrijk om preventief te werk te gaan om te voorkomen dat algen in korte tijd weer de kop opsteken. Waterplanten en dus ook algen concurreren met elkaar om het beschikbare licht en voedsel. Aangezien waterplanten een effectievere stofwisseling bezitten dan algen, hebben algen in een dicht begroeid aquarium meestal geen kans! Daarom luidt het devies: zorg voor sterke planten en zet snel groeiende planten in uw aquarium!
Waarom zijn algen een probleem? Net als alle andere waterorganismen horen algen bij een aquarium, ze zijn niet helemaal te voorkomen. Maar zo lang ze niet te talrijk voorkomen en niet storen, bestaat er geen reden tot zorgen. Een sterk groeiend algentapijt heeft echter dramatische gevolgen voor de kwaliteit van het water (afb. 1): algen zijn planten en die produceren overdag zuurstof. ’s Nachts draait de situatie om en verbruiken algen zuurstof. Wanneer het aquarium veel algen bevat, kan het zuurstofgehalte ’s nachts zo sterk dalen dat het leven van de aquariumbewoners in gevaar is (afb. 2). In dit geval is het verstandig om ’s nachts zuurstof toe te voegen. Daarnaast verbruiken algen net als alle andere waterplanten onder de invloed van licht (dus overdag) kooldioxide (CO2). Onder omstandigheden kan dit de pH van het water (zuurgraad) extreem doen toenemen (pH >9), zodat het watermilieu levensgevaarlijk wordt voor alle organismen. Zodra het water niet meer voldoende CO2 bevat, zijn algen in staat de benodigde hoeveelheid CO2 aan de carbonaathardheid (KH) te onttrekken. Het gevolg is dat deze belangrijke waterwaarde afneemt, wat er verder toe leidt, dat de pH wordt gedestabiliseerd. Het gevolg hiervan is wederom dat de pH-waarde ’s nachts sterk daalt (tot op een waarde van om en nabij 4) en overdag veel te sterk stijgt (tot op een waarde van meer dan 10), wat de meeste aquariumbewoners niet overleven. Ten slotte moet er nog aan worden gedacht dat de bacteriën, die voor de afbraak van afgestorven algen zorgen, zuurstof nodig hebben. Dit betekent dat water extra zuurstof nodig heeft wanneer algen afsterven!
Zorg dat algen geen voedsel krijgen!
Een enkele factor, die een einde maakt aan alle problemen met algen, bestaat niet. Er blijft u daarom helaas niets anders over dan alle factoren na te gaan die hirtaan de orde komen. Ga na hoe de voedselsituatie van de algen eruit ziet: nitraat (NO3) en fosfaat (PO4) werken de toename van algen in het aquarium in de hand wanneer de volgende waarden worden overschreden:
Nitraat: 5-10 mg/l
Fosfaat: 0,1 mg/l
Verhouding nitraat/fosfaat
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de verhouding fosfaat/nitraat de groei van algen sterk beïnvloedt. Voor zoetwaterplanten ligt de ideale verhouding bij 1:32 (1 deel fosfaat op 32 delen nitraat). Buiten dit bereik, dat in het geheel genomen tussen 1:15 en maximaal 1:30 ligt, neemt het voorkomen van algen duidelijk toe, vooral voor wat betreft groen- en blauwwieren (cyanobacteriën). Hieruit kan men concluderen dat de verspreiding van algen zal afnemen, zodra één van de overdadig aanwezige stoffen (bv. fosfaat) selectief wordt verminderd.
Verbeter de waterkwaliteit!
Er zijn enkele secundaire waterwaarden en maatregelen, die in ieder geval de moeite van het controleren, waard zijn: Regelmatig een deel van het aquariumwater verversen: Om de twee weken 20% van het water verversen, maar alleen, wanneer het leidingwater geen meetbare hoeveelheden fosfaat en nitraat bevat. Door sterk groeiende algen kan de carbonaathardheid (die de pH waarde stabiel houdt) van het water tot nul dalen. Indien de carbonaathardheid (KH) minder dan 4° dKH bedraagt, is het raadzaam deze tussen 4 en 8 op te voeren. Wanneer de totale hardheid (GH) van het aquariumwater ver boven die van het kraanwater ligt, betekent dat dat het water alleen regelmatig moet worden bijgevuld (verdamping) in plaats van ververst.
Concurrentie bezwaart het leven
Het is belangrijk om preventief te werk te gaan om te voorkomen dat algen in korte tijd weer de kop opsteken. Waterplanten en dus ook algen concurreren met elkaar om het beschikbare licht en voedsel. Aangezien waterplanten een effectievere stofwisseling bezitten dan algen, hebben algen in een dicht begroeid aquarium meestal geen kans! Daarom luidt het devies: zorg voor sterke planten en zet snel groeiende planten in uw aquarium!